*De overleden eigenaar van het goed was een ftongetrouwd man, die een zeer hoogen leeftijd bereikte, en die gedurende vele jaren van zijn leven een getrouwe gezellin en huishoudster had gehad in zijne zuster. Doch haar dood, die tien jaren voor zijn eigen overlijden plaats had, veroorzaakte een groote verandering in zijn omgeving; want ter vervulling van haar gemis, vroeg en ontving hij in zijn huis het gezin van zijn neef, den Heer Henry Dashwood, den wettigen erfgenaam van de bezitting Norland, en den persoon, aan wien hij voornemens was, het goed na te laten. In het gezelschap van zijn neef en nicht en hunne kinderen sleet de oude heer genoeglijke dagen. Zijn gehechtheid aan hen allen nam toe. De voortdurende tegemoetkoming van den Heer en Mevrouw Dashwood aan zijne wenschen, die niet enkel uit eigenbelang voortsproot, maar evenzeer uit goedhartigheid, schonk hem in ieder opzicht het gemak en behagen, dat hij in zijn hoogen ouderdom nog kon genieten, en de vroolijkheid der kinderen bracht in zijn leven een element van opgewektheid.*